Blamanlezing

Anna Blaman (ps. Johanna Vrugt, 1905-1960) geldt als de belangrijkste naoorlogse auteur uit Rotterdam. Ze maakte naam met Vrouw en vriend (1941) en brak definitief door naar het grote publiek met haar tweede roman Eenzaam avontuur (1948). Naast andere romans en novellen zoals De kruisvaarder, Op leven en dood en De verliezers staat ze bekend om haar korte verhalen, verzameld in Ram Horna (1952) en Overdag (1957). Ze schreef artikelen voor Het Vrije Volk, recensies, wagenspelen, cabaretteksten voor onder andere Wim Sonneveld en was als vertaler van moderne Franse literatuur nauw verbonden met het Rotterdamse toneel. Ze vervulde bovendien een voortrekkersrol bij de culturele wederopbouw in haar stad.

Haar hele leven woonde Blaman in Rotterdam ondanks pogingen om haar naar de hoofdstad te halen. Een bekende uitspraak van haar luidt: ‘Met Amsterdam en Parijs heb ik een liaison, met Rotterdam ben ik getrouwd.’ Ze groeide op in een eenvoudig middenstandsgezin. Haar vader was rijwielhandelaar. Na zijn dood begon haar moeder een pension. De schrijfster en haar familie bleven altijd samen: gedurende lange tijd aan de De Vliegerstraat in Rotterdam-West. Blaman, die een zwakke gezondheid had, overleed hier in 1960 aan een herseninfarct.

Hoewel ze niet op de barricaden stond, wordt Anna Blaman ook gezien als een homoseksueel boegbeeld. Haar seksuele geaardheid was in de jaren veertig en vijftig publiekelijk bekend. Ze had een gecompliceerde, langdurige relatie met de verpleegster Alie Bosch en vele affaires met anderen. Homoseksualiteit komt voor in haar romans en verhalen, maar vormt hierin geen leitmotiv. Kernthema in Blamans werk is de menselijke eenzaamheid waar het individu slechts op momenten bovenuit kan stijgen. Medebepalend is de invloed van het Franse existentialisme. Met Hermans en Reve gold ze als een van de modernisten die een nieuwe werkelijkheid zonder illusies beschreven.

Gezaghebbende auteurs zoals Simon Vestdijk, F. Bordewijk en Victor van Vriesland prezen haar als één van de grote literaire talenten van haar tijd. Vestdijk beschouwde Eenzaam avontuur als een meesterwerk. Bordewijk en hij sloegen Blamans werk bovendien hoger aan dan dat van mannelijke collega’s. Jalousie de metier was wellicht de verborgen drijfveer voor het Boekentribunaal uit1948, een ongekend schandaal in de Nederlandse letteren in een troebel naoorlogs klimaat. Vakgenoten daagden Anna Blaman (en haar bestseller Eenzaam avontuur) in een schertsproces en besmeurden haar werk en persoon, voordat een jury haar vrijsprak. Blamans tweede roman veroorzaakte op datzelfde moment al commotie in de confessionele pers vanwege erotische en homoseksuele aspecten in het boek.

Het tribunaal greep Blaman sterk aan en wierp een smet op haar literaire reputatie. Anderzijds ontving ze belangrijke onderscheidingen. De toekenning van de P.C. Hooftprijs beschouwde ze als rehabilitatie na het tribunaal. In deze eeuw groeide de waardering voor haar werk en persoon opnieuw. In het Anna Blamanjaar 2010 werd Blaman landelijk herdacht en kreeg ze monumenten in Rotterdam en Amsterdam. Tevens verscheen een herdruk van Eenzaam avontuur. Het Literatuurmuseum in Den Haag nam haar op in een permanente expositie van de honderd belangrijkste overleden Nederlandse auteurs.